Naast zijn Diotime had Hemsterhuis nog een tweede belangrijke correspondente: Anna Cornelia geboren Mollerus (1749-1821), eerst gehuwd met Abraham Perrenot en vanaf 1785 met Johan Meerman. Aan deze Madame Perrenot / Meerman schreef Hemsterhuis zo'n 200 brieven in de periode 1780-1790. De originelen van deze brieven bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
Zoals prinses Gallitzin als Diotime aangeschreven werd, zo werd deze dame met Daphné aangeschreven. De brieven aan Daphné waren minder intens dan die aan Diotime, minder diepgaand, meer kattebelletjes, en minder frequent verzonden. Maar biografisch voor Hemsterhuis uiteraard van belang.
Ook deze bundel brieven, als deel 11 van de verzamelde correspondentie, is te verkrijgen bij Lulu. Gebruik daartoe de knop hiernaast.